Dagboekpassages België - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Dagboekpassages België

Tocht door België
Wij staan nog maar op 3 km van de Nederlandse grens

BERINGEN, 9 sept. 1944
2O.OO uur
Op de gevechten van vandaag zullen we waarschijnlijk nog vaak met genoegen terugzien; hoewel de actie slechts ongeveer vier uur duurde, had zij al het gewenste succes.
We kregen vanmiddag orders om de verdediging van de brug los te laten en het bruggenhoofd te vergroten om gunstig terrein in handen te krijgen en het de Moffen onmogelijk te maken een grote tegenaanval op BERINGEN op touw te zetten. Aan iedere kant van de weg  BERINGEN-BOURG LEOPOLD (Leopoldburg) zou een gevechtsgroep met steun van Britse tanks ongeveer vijf kilometer vooruit trekken tot aan de „Kleine Beek" en de „Waterlaatbeek" en daarbij het beboste terrein zuiveren van de vijand. De hoofdkwartieren van de Brigade en van het steunende tankregiment stonden naast elkaar op het plein van BERINGEN en hier kon men met behulp van radio en kaarten dé vorderingen van de troepen van minuut tot minuut volgen.
De strijd verliep zeer vlot en voorspoedig;tegen zeven uur was het doel bereikt, zonder enig verlies onzerzijds, terwijl de Moffen 45 gevangenen verloren en vele doden en gewonden. Bij het nemen van deze gevangenen beleefde één onzer officieren nog een hachelijk moment: een groepje Duitsers kwam aan met opgestoken handen om zich over te geven. Plotseling lieten zij zich vallen om een naar achteren staande soldaat de gelegenheid te geven vuur te openen op onze mannen. Maar voordat zelfs één schot was gelost, had onze luitenant met een handgranaat de verraderlijke poging doen mislukken. De overlevende Moffen lieten zich als lammetjes gevangen nemen.
Door het succes van deze actie is/het bruggenhoofd BERINGEN sterk uitgebreid; we nemen nu nog slechts het westelijk deel vóór onze rekening, terwijl Britse troepen in bet Oostelijk deel zullen trachten naar het Noorden door te stoten.

10 september 1944
22.00 uur
Weer is vandaag het bruggenhoofd verder uitgebreid: onze troepen bezetten in de morgen het plaatsje BEVERLOO. Hier vandaan zonden we in de loop van de dag verschillende patrouilles naar voren om de toestand na te gaan in de lijn Oostham-Leopoldsburg: uit haar meldingen bleek, dat dit inderdaad de lijn was, waar de vijand nog verwacht enige weerstand te organiseren. Die was echter meteen afgelopen, toen onze artillerie enkele malen geconcentreerd vuur had neergelegd op belde plaatsen, want zeer gedemoraliseerde krijgsgevangenen vertelden later op de dag, dat hun onderdelen zich in noordwestelijke richting terugtrokken. De „bag" van vandaag — we kregen er 18 — wees er trouwens wel op hoezeer onze vijand aan het aftakelen is; dit groepje vertegenwoordigde: de 719de Infanterie Divisie het 2de en het 6de Parachuteregiment, SS-onderdelen en Luftwafte flak! Veel eenheid zit er dus niet meer in. Z.K.H. Prins Bernhard vereerde ons vandaag weer eens met een onverwacht bezoek; hij liet zich de situatie tot in details uiteenzetten en knoopte met de meest uiteenlopende leden van de Brigade gesprekken aan.
We hebben de Prins nu één keer in Frankrijk en één keer in België in ons midden gehad. Moge het de volgende keer in Nederland zijn!

LILLO, 11 september 1944
18.00 uur
Vandaag zijn we naar den oostkant van het bruggenhoofd verhuisd, want deze zijde is ineens verreweg de belangrijkste geworden. Immers vanmorgen werd bekend, dat Britse troepen er in geslaagd zijn vaste voet te krijgen over bij Schelde-Maas kanaal, zodat zij nu slechts ongeveer 3 km van de Nederlandse grens staan!
Onze taak hier op de oostelijke flank is natuurlijk beveiliging tegen infiltratie totdat contact is gemaakt met het eerst Amerikaanse Leger, dat ten zuiden van onzen sector in oostelijke richting optrekt. De onderdelen van de Brigade hebben hun stellingen ingenomen om  de kwetsbare punten LAAK en HOUTHALEN, maar indrukwekkende activiteiten wordt niet verwacht.

12 september 1944
20.00 uur
Al vroeg hadden we vandaag contact met de Amerikanen: de Scout Cars, die we bij het aanbreken van de dag uitzonden, vonden hen op de weg naar HASSELT. Maar omdat contact maken alleen natuurlijk niet voldoende is, kreeg vanmiddag een verbindingsofficier opdracht om het verband permanent te onderhouden en ons periodiek op de hoogte te stellen van de bedoelingen en vorderingen van onze buren.
Intussen zijn we nieuwsgierig geworden naar de plannen voor de troepen op ons eigen front en uiteraard ook ongeduldig, nu we nog maar enkele kilometers van de Nederlandse grens staan. Vanavond gingen dus enkele officieren hun licht opsteken op het hoofdkwartier van het 30ste Legerkorps, maar veel wijzer kwamen ze niet terug. Het enige, wat de stafofficieren loslieten, was, dat het hernemen van de opmars voorshands niet te verwachten leek, omdat men bezig was met het opbouwen van de troepenmacht benodigd voor de volgenden stoot. Overigens gaf men wel te kennen, dat eventuele inlichtingen van Nederlanders, die door de lijnen kwamen, zeer welkom zouden zijn. Maar dit alles zijn slechts vingerwijzingen, wat de grote plannen zijn, is nog niet te overzien.

16 september 1944
14.OO uur
Er heerst op het ogenblik een voelbare spanning; het schema voor de aanstaande operatie is klaar. De details worden besproken. Na drie dagen betrekkelijke rust is het vooruitzicht van activiteiten weer bepaald aantrekkelijk. Niet dat we zulke bloeddorstige vechtersbazen zijn maar onwillekeurig vrolijkt iedereen op bij het idee weer vooruit te zullen trekken. Onze operatieve zaak was hier trouwens zo goed als afgelopen; op 13 september maakten we verder contact met de Amerikanen, die op weg waren naar MAASTRICHT en daarmee onze flank meteen veilig stelden. Op dat moment. trad een korte periode van rust in want onze patrouilles konden geen spot van de vijand meer vinden. Dinsdag ontvingen we tevens een aardig briefje van Major-General ALLAN ADAIR DSO MC. Commandant van de Guards Armoured Division, waarbij hij de Brigade Commandant bedankte voor het optreden bij BEERINGEN. De Generaal schreef:
My dear Colonel, I would llke to say how proud I was to have you and your splendid, Brigade under my command during
our advance to the BEERINGEN bridgehead. I am most grateful for the excellent way in which your troops carrled
out their tasks, and hope we may be serving together again before long. Yours very sincerely, (Sgd.) ALLAN ADAIR, Major-General.
(Het is mij een behoefte, u te zeggen, hoe trots ik was uw uitmuntende brigade onder mijn bevelen te hebben gedurende uw opmars naar Beringen. Ik ben hoogst dankbaar voor de voortreffelijke wijze, waarop uw troepen hun taken volbrachten en hoop dat we weer voor lange tijd, gezamenlijk mogen dienen.
De commandant van het 30ste Legerkorps sloot zich hier mondeling bij aan.
De volgende twee dagen werden als vanouds besteed aan het in orde brengen van uitrusting en materieel, maar ook het personeel zelf werd niet vergeten, want iedereen werd in de gelegenheid gesteld om op het grootste mijnencomplex bij BERINGEN een warm bad te nemen! Een ongekende luxe te velde.
En zo kwam hedenmorgen het langverwachte bericht, dat de Brigadecommandant werd verzocht om elf uur een conferentie bij te wonen op het hoofdkwartier van het 30ste Legerkorps over de toekomstige operatie. Onze Commandant is daarvan niet teruggekeerd, maar liet zo-even per radio weten — in code, dat spreekt vanzelf — dat hij rechtstreeks naar het hoofdkwartier van de 43ste Infanterie Divisie was gegaan voor verdere besprekingen. We wachten met ongeduld op zijn terugkeer.

2l.OO uur LILLO, 16 sept. 1944
We weten nu, wat er te gebeuren staat en begrijpen waarom er enige lagen nodig waren om dit grootse plan uit te werken. Enkele uren geleden keerde de brigadecommandant terug van zijn diverse bezoeken en riep terstond zijn onder commandanten bijeen om hen op de hoogte te brengen.
Morgen, op 17 September — een datum, die waarschijnlijk historisch zal worden — zullen drie divisies luchtlandingstroepen (twee Amerikaanse
en een Britse) georganiseerd als legerkorps, boven Nederland worden losgelaten om vitale punten met een slag in handen te krijgen — voornamelijk bruggen. De hoofddoelen zijn de bruggen bij Son, Grave, Nijmegen en Arnhem.
Tegelijkertijd zal het 30ste legercorps naar het Noorden doorstoten en zich met geweld een corridor door Nederland banen via deze punten met de bedoeling om het IJsselmeer te bereiken en aldus grote Duitse troepenmachten af te snijden. De Guards Armoured Division zal die voorhoede vormen onmiddellijk gevolgd door de 43ste divisie waaronder onze brigade, en de 50ste divisie — een colonne van ongeveer 20.000 voertuigen! Slaagt alles dan zal de brigade stelling nemen in de omstreken van Apeldoorn en o.a. het Paleis Het Loo bezetten. Werkelijk een gigantisch plan, waarover, zoals een Engelse generaal zei: "de deelnemende troepen  nog  met hun kindskinderen zullen spreken".
Voor deze operatie, die bekend zal zijn onder de codenaam „Market-Garden", worden voor iedere man rantsoenen voor vier dagen op de voertuigen meegevoerd. terwijl alle wagens voorzien zullen zijn van 100 a 150 liter reservebenzine.  Dit natuurlijk in verband met de mogelijkheid. dat onze levensader naar België voor enige tijd afgesloten kan worden.
Het is nauwelijks nodig om het enthousiasme, waarmee deze plannen in de brigade werden ontvangen, te beschrijven. Na ruim vier jaar zullen we dus eindelijk ons land binnentrekken om de taak te vervullen, waarop we sinds mei 1940 hebben voorbereid, mede te werken aan de bevrijding van Nederland en de vernietiging van het Duitse militairen machtsapparaat.
Om een indruk te krijgen van de toestand in de voorste lijn brachten enkele van onze mannen een bezoek aan het bataljon Guards, dat belast is met de verdediging van het bruggenhoofd over het schelde kanaal. Het was tamelijk rustig: natuurlijk werd er over en weer wel wat geschoten maar uit niets bleek dat, dat deze plaats ene uitgangspunt zal zijn voor de stoot van morgen. De bataljonscommandant instrueerde persoonlijk zijn compagniezeen patrouillecommandanten voor de nacht en nodigde ons daarna uit een half uurtje gezellig in de "officiersmess" (een grote schuilplaats overdekt met een tentje) door te brengen. Kortom, alles liep als gewoonlijk.  Maar onze gedacht zijn toch in de hoofdzaak bij de kerels, die morgen uit de lucht zullen vallen boven ons land. 
Terug naar de inhoud