Joseph Godderij (Gunner)
Biografieën oud-leden
De Rooms-Katholieke,1.69 cm lange en 54 kg
wegende Joseph Godderij wordt op 25 april 1917 geboren in Schinveld. Zijn
ouders zijn Heinrich Godderij en Anna Maria Hamers.
Na zijn lagere school gaat hij nog twee jaar naar de MULO. Op de dag dat hij 14 jaar wordt, moet hij van zijn moeder naar de mijn. Hij was oudste zoon van acht kinderen en er moest in deze crisistijd geld verdiend worden om het gezin draaiende te houden. Joseph komt als mijnwerker terecht bij de Staatsmijn Hendrik in zijn woonplaats Brunssum, totdat hij op 31 maart 1938 wordt ingelijfd als gewoon dienstplichtig soldaat van de lichting 1938.Hij komt terecht bij het 13e Regiment Infanterie.
Na zijn lagere school gaat hij nog twee jaar naar de MULO. Op de dag dat hij 14 jaar wordt, moet hij van zijn moeder naar de mijn. Hij was oudste zoon van acht kinderen en er moest in deze crisistijd geld verdiend worden om het gezin draaiende te houden. Joseph komt als mijnwerker terecht bij de Staatsmijn Hendrik in zijn woonplaats Brunssum, totdat hij op 31 maart 1938 wordt ingelijfd als gewoon dienstplichtig soldaat van de lichting 1938.Hij komt terecht bij het 13e Regiment Infanterie.
Nadat hij op 24 februari 1939 met groot
verlof wordt gestuurd, moet hij zich op 11 april 1939 alweer terugmelden.
Op 30 april 1940, trouwt hij voor de wet
met Antonia Christina Keulen (1916-2005). Vanwege het uitbreken van de oorlog
vindt het kerkelijk huwelijk pas plaats op 3 december 1944.
Het is nog onbekend waar Joseph verblijft als
de oorlog op 10 mei 1940 uitbreekt. Hij weet in ieder geval op 18 mei 1940 in het
Franse Brest te bereiken en komt op 31 mei in de rang van korporaal in Engeland
aan. Hier wordt hij in Portcawl ingedeeld bij de Nederlandse Troepen.
Op 2 maart 1942 wordt hij op eigen verzoek als boordschutter (zgn. gunner) geplaatst bij de koopvaardij. Hier is hij achtereenvolgens werkzaam op de
Op 2 maart 1942 wordt hij op eigen verzoek als boordschutter (zgn. gunner) geplaatst bij de koopvaardij. Hier is hij achtereenvolgens werkzaam op de
Hebe (KNSM) 2 april 1942
Arundo
(HV) 27 en 28 april 1942
Tegelberg
(KPM) 27 mei 1942
Op 22, 23 en 24 juni 1942 volgt Joseph een
cursus oerlikon-geschut.
De Arundo wordt midden op de Atlantische
oceaan getorpedeerd. Joseph raakt gewond aan zijn schouder en wordt naar New
York overgebracht, waar hij wekenlang in een ziekenhuis verblijft.
Als Joseph op 13 januari 1943 aan boord is
van de Tegelberg, wordt het schip op de Middellandse zee getorpedeerd. Hij kan
niet zwemmen en heeft zich met een plank weten te redden, totdat vissers hem oppikken.
Daarna is hij via Gibraltar teruggegaan naar Engeland.
Op 21 januari 1943 volgt een bericht van
de NSTC aan de Brigade te Wolverhampton dat ze afzien van zijn verdere
diensten. Hij keert weer terug naar de Brigade, waar hij achtereenvolgens wordt
ingedeeld bij B compagnie Depot, A Compagnie Depot, om uiteindelijk in mei 1943
bij Gevechtsgroep III terecht te komen.
Rechts Joseph met een herder en kameraden van de brigade
Op 24 juni 1944 wordt Joseph bevorderd tot sergeant. Kort daarop vertrekt hij op 6 augustus 1944 met de Brigade uit Engeland, waar
hij de hele veldtocht door Frankrijk, België en Zuid-Nederland meemaakt.
Op 13 augustus 1945 gaat hij met groot
verlof. Tot de mijnsluiting in 1963 werkt hij dan weer bij de Staatsmijn
Hendrik in Brunssum. Daarna wordt Joseph overgeplaatst naar de autofabriek van Daf
in Born. Daar heeft hij het niet naar zijn zin en komt terecht op de Weegbrug
voor vrachtwagens in Brunssum.
Op 27 februari 1953 wordt hem het
Oorlogs-Herinneringskruis met de gesp algemene krijgsverrichtingen toegekend
voor Oorlogsdienst Koopvaardij 1940-1945 en de gespen Nederland mei 1940,
Middellandse Zee 1940-1945 en Normandië 1944.
Joseph overlijdt op 23 februari 2005.