Piet Geelhoed (Legerkok) - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Piet Geelhoed (Legerkok)

Biografieën oud-leden
Soldaat Piet Geelhoed van de Prinses Irene Brigade

Een jongeman uit het Zeeuwse gehucht Stroodorp, onder de rook van Kamperland op Noord-Beveland, werd in 1928 opgeroepen om voor z'n nummer zijn militaire dienstplicht te gaan vervullen. Het betrof Piet Geelhoed. Teruggekeerd in zijn eigen omgeving, na het vervullen van z'n diensttijd, kreeg Piet verkering met Susanna Maria Versluijs, eveneens afkomstig van Stroodorp. Het paar trouwde op 2 mei 1934. In 1935 kregen ze hun eerste kind, zoon Maris, een paar jaar later kwam daar zoon Adrie bij.

Maris Geelhoed toont het boek 'Garderegiment Fuseliers Prinses Irene’.

Mobilisatietijd en oorlog
 
Zoon Maris, die al jarenlang in Wissenkerke woont, heeft een heel dossier, waarin hij ordelijk veel documenten uit het leven van zijn vader heeft samengebracht. We hadden een gesprek over het verleden en Maris vertelde hoe het leven van zijn vader verder ging, nadat hij tijdens de mobilisatie van 1939 opnieuw werd opgeroepen om in dienst te gaan. Maris daarover: 'M'n vader was gelegerd in Brabant, in de Peel-Raamstelling. Op boerderijen in de omgeving van die stelling waren de soldaten ingekwartierd. Vader verbleef o.a. in Eindhoven, Deurne en Best, en was ingedeeld bij het 7e Regiment Veldartillerie (bereden).'
 
Peel-Raamstelling (Wikipedia)

Peel-Raamstelling
 
In 1937 werd onderzocht of het mogelijk was om tussen het riviertje de Raam bij Grave en de overgebleven Peelmoerassen bij Weert een tankgracht te graven. Die mogelijkheid was er, maar het duurde nog tot de herfst van 1939 voordat de eerste schop in de grond ging. Het is aan de soldaten, de werklozen uit de Randstad en de vele lokale burgers te danken dat het enorme karwei, bestaande uit het graven van het kanaal, het bouwen van maar liefst 331 kazematten, het oprichten van prikkeldraadversperringen, het leggen van mijnen, het aanleggen van loopgraven en wat er verder nog bij de bouw van een linie komt kijken, op tijd gereed was. De Peel-Raamstelling zoals die nu officieel ging heten – in de volksmond het defensiekanaal” – was klaar (zie hierboven). Zij maakte als verdedigingslinie grote indruk op iedereen, ook op de Duitsers. Zij noemden de linie zelfs de “Nederlandse Maginotlinie”. De Peel-Raamstelling is al gevallen op 10 mei 1940, de eerste Nederlandse oorlogsdag. De stelling bevond zich achter de Maaslinie, en varieerde in afstand van 9 km tot 21 km van elkaar. De stelling begon aan de Maas, ter hoogte van Grave, om via Mill, door de Peel en langs de Zuid-Willemsvaart aan de Belgische grens bij Weert te eindigen.
 
Kolonel Schmidt, de Nederlandse bevelvoerder, ontving op 10 mei het nieuws dat de Duitsers erdoor dreigden te komen bij Mill. Diezelfde avond besloot hij zijn troepen terug te trekken op de Zuid-Willemsvaart. De definitieve val van de stelling kon immers niet lang meer uitblijven. Terwijl sommige onderdelen die nacht vochten in en om hun kazematten, marcheerde een ander deel naar 's-Hertogenbosch. De drie bataljons verdedigers die in de sector Mill vochten, konden echter door de ordonnansen niet worden bereikt. Twee konden het bevel doorgeven, maar alleen bij het noordelijk gedeelte kon men zich ordelijk terugtrekken. Bij de andere konden vele kazematten niet bereikt worden. Met uitzondering van fracties die zich aan gevangenneming (of erger) konden onttrekken, kreeg de nieuwe provisorische stelling langs de Zuid-Willemsvaart daarom vanuit de sector Mill geen troepen ter bezetting.
 
De menselijke en materiële schade die werd opgelopen bij de Peel-Raamstelling was groot. Dertig Nederlandse militairen waren gesneuveld, 51 boerderijen, 33 woningen en een fabriek in Mill waren vernield. Het aantal gesneuvelde Duitse militairen bedroeg volgens de Duitse krijgsrapporten 103 man voor beide betrokken regimenten. Alleen voor het regiment IR.456, dat in hoofdzaak de strijd bij Mill leverde, is het aantal gewonden en vermisten gegeven: 136 man. Dat was een aanzienlijke tol. Desondanks was men er in één dag in geslaagd de belangrijkste weerstand in het zuiden van Nederland te doorbreken.

Vanuit Brabant naar Engeland
 
Maris Geelhoed vertelt verder het verhaal over z'n vader: 'Na een chaotische terugtocht uit de Peellinie, met paarden die op hol waren geslagen en op een zeker moment moesten worden achtergelaten, trok een aantal soldaten via Tholen naar Zeeuws-Vlaanderen. En daarvandaan trokken de mannen langs de Belgische kust vermoedelijk naar Duinkerken. Daar staken ze Het Kanaal over naar Engeland, net voordat dit niet meer kon vanwege de Duitse bezetting en aanwezigheid. Het was op het nippertje. Op 23 mei 1940 was Piet Geelhoed in ieder geval in Engeland.'

Eerste brief vanuit Engeland
 
Vanuit de plaats Congleton waar hij gelegerd was, schreef Piet z'n eerste brief naar huis. De brief was gedateerd op 29 november 1940 en kwam via Lissabon aan op Noord-Beveland. Later verliep de correspondentie met het thuisfront via het Internationale Rode Kruis (Croix Rouge). Dat waren korte, zakelijke briefjes die niet meer dan 25 woorden mochten bevatten. Die briefjes gingen heen en weer. Je kon erop reageren en weer een brief retour zenden, eveneens van hooguit 25 woorden. De brieven werden gecensureerd.


De eerste brief van soldaat Piet Geelhoed uit Engeland aan zijn vrouw en kinderen, 29-11- 1940

Niet altijd verliep de briefwisseling en het versturen van nieuws aan elkaar smetteloos. Het kon gebeuren dat de Duitsers een brief openden om nader kennis te nemen van de inhoud van de verzonden brief. Ook dat overkwam de familie aan het thuisfront in Stroodorp.


Een brief uit 1941 van 25 woorden, via het Internationale Rode Kruis verzonden. Deze brief is waarschijnlijk herschreven en aangepast, en misschien ook gecensureerd, want dit is niet het handschrift van Piet Geelhoed. De foto is voor het huis in Stroodorp, nummer B321 waar het gezin toen woonde. Adrie links, moeder Susanna Geelhoed-Versluijs midden en Maris rechts.

Piet Geelhoed te midden van zijn collega’s, waarschijnlijk in oktober 1945.

Vervolg verhaal van soldaat Piet Geelhoed
 
Piet Geelhoed was aangesloten bij de Prinses Irene Brigade. Hij diende er als kok in de officiersmess. In Engeland heeft hij eens meegewerkt aan het samenstellen van een kerstdiner.
Gelet op zijn leeftijd, hij was toen bijna 36 jaar, is hij op 15 April 1944 ingedeeld bij het Troependetachement Militair Gezag onder commando van generaal-majoor Kruls. Hij is weer
op het Europese vasteland aangekomen in november 1944. Op 16 november waren ze in Brussel en op 21 november in Eindhoven. Hij was toen inmiddels soldaat der eerste klasse.

Thuisfront in Stroodorp
 
Hoe ging het nu met het thuisfront in Stroodorp tijdens die oorlogsjaren? 'Het was een moeilijke tijd, vooral voor moeder,' zegt Maris. Hij weet zich nog te herinneren dat zijn broer en hij om beurten bij de grootouders sliepen. Alle vier de grootouders woonden ook in Stroodorp. Moeder Geelhoed-Versluijs kreeg van de gemeente Wissenkerke, waaronder ook Kamperland en Stroodorp in die tijd vielen, een uitkering van fl. 9,00 per week. In de oorlogsjaren heeft Maris - dat weet hij zeker - nooit honger geleden. Z'n opa en oma hadden kippen en van tijd tot tijd werd er een varken geslacht, en ook wel eens een schaap. Ook ander voedsel was er voldoende. Aardappelen werden zelfgekweekt, evenals groenten in de tuin.

Piet terug in Stroodorp
 
Op zondag 19 november 1944 om vier uur 's middags, nadat iedereen van de kerkgang weer thuis was, waren Maris, zijn moeder en zijn broer Adrie op bezoek bij de grootouders Versluijs. Toen kwam Maris’ zijn oom Willem opeens binnen met de vraag of er nog nieuws van Piet was. Nee, er was al een tijd geen nieuws ontvangen. Toen zei Willem direct daarna: 'Hij is bij ons.' Daar kwam vader aangelopen. Maris herkende hem niet. 'Je moet niet vergeten dat ik hem amper gekend had uit de tijd dat hij nog thuis was. We waren nog maar jonge kleuters toen...' Piet Geelhoed had heel wat spul bij zich. Dat zat in zijn plunjezak. Wat er allemaal inzat? Veel sigaretten, jam en cornedbeef. Die avond werd als gewoonlijk de broodmaaltijd klaargezet. Maris weet nog dat zijn vader vroeg: 'Lusten jullie jam?' 'Nou, dat lustten we wel. Maar we hadden nog liever cornedbeef...' vertelt Maris.
 
Het was een gezellige maaltijd. We hoorden vader vertellen dat hij met een jeep vanuit Antwerpen naar het Wolphaartsdijkse Veer was gekomen en van daaruit was overgevaren naar Kortgene. In Kortgene had hij al snel een fiets versierd. En daarmee kwam hij iets voor vier uur aan te Stroodorp. Hij was eerst naar zijn broer Willem gegaan, en toen naar oma en opa Versluijs. 's Avonds gingen ze met z'n allen naar opa en oma Geelhoed. De kamer zat vol met bekenden. Daar werd gerookt... Engelse Players werden opgestoken. Maris vertelt: ‘De lucht zag er blauw van en vader was stomverbaasd dat Adrie ook al rookte, hij had het geleerd met een sigarettenpeuk op een speld’. Dit alles herinnert Maris zich nog goed. Aan het eind van die dag sliep Piet Geelhoed voor het eerst in jaren weer in de bedstee. De volgende (maandag)morgen fietsten Maris, zijn vader, zijn Opa Geelhoed en Adrie naar het veer te Kortgene en werd de fiets weer ingeleverd. Op maandag 20 november moest Piet Geelhoed om 12 uur uiterlijk weer op het Wolphaartsdijkse Veer zijn aangekomen. Daar werd hij opgepikt om te vertrekken naar Eindhoven.

Verdere verloop van Piet z'n leven...
 
Op 21 november 1944 kwamen ze aan in Eindhoven. Op onregelmatige tijden kreeg Piet enkele verlofdagen. Na het ontbinden van de Prinses Irene Brigade werd Piet Geelhoed op 4 december 1945 overgeplaatst naar het 3e Bataljon Aan- en Afvoertroepen te Haarlem, en op 9 september 1949 naar het Commando Legerluchtmacht ook te Haarlem. Hij was sergeant, kocht eten in, was menagemeester en had als beroepsmilitair kunnen aanblijven, maar dan moest hij gaan verhuizen naar een plek ver buiten Zeeland. Noord-Beveland verlaten, dat was toch te veel gevraagd. En zeker voor zijn vrouw, die erg zwak was van gestel in die jaren. Piet verliet daarom de militaire dienst per 6 april 1950. Hij kon aan het werk in Stroodorp bij koeienboer Rinus de Vos, die een stuk of tien koeien hield en een stukje land had. Dat was voor hem een zware tijd, zo horen we Maris vertellen. Later ging hij weer aan het werk bij zijn oude werkgever van voor de oorlog op het landbouwbedrijf van de Fam. van Hee. Daar is hij gebleven tot aan zijn pensionering.
Op 6 januari 1989 overleed Piet Geelhoed.

Noot van Maris Geelhoed:
In de correspondentie van vader komen ook nog de namen voor van A. Clarisse en L. Vermerris. Mocht er iemand zijn die bij het lezen van dit verhaal nog iets toe kan voegen of bijzonderheden weet, dan gaarne een berichtje.

Bij voorbaat dank.
M. Geelhoed,
Weststraat 9,
4491 EX Wissenkerke.
Email: mgeelhoed@zeelandnet.nl
Terug naar de inhoud