Stenfert Kroese, D. - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Stenfert Kroese, D.

Erelijst gesneuvelden > Namenlijst slachtoffers Veldtocht
Achternaam: Stenfert Kroese
Voornaam: David
Voorletters: D.
Rang: Sold.
Mil. Onderdeel: Kon.Ned.Brig.Prinses Irene
Geboorteplaats: Rotterdam
Geboortedatum: 19-12-1920
Overlijdensplaats: Oostkapelle
Overlijdensdatum: 09-03-1945    
Begraafplaats: Militair ereveld Grebbeberg te Rhenen
Gemeente: Rhenen
Provincie: Utrecht
Vak:     
Rij: 11
Nummer: 20

Bron foto grafsteen: R. van de Velde

De ouders van David waren bankdirecteur bij de NV 'Het Onderling Credit' Willem Herman Stenfert Kroese uit Enschede (*1887-1967) en de Rotterdamse, met Schots bloed, Hannah Croll (*1890). Ze trouwden op 8 juni 1916 in Rotterdam.


v.l.n.r. Wim, Lennie, Davy, Hannie Stenfert Kroese (Bron: OGS)

Ze kregen samen vier kinderen:
- Willem Herman "Wim" (1917-2007) Hij studdeerde theologie en werd later net als zijn opa dominee in Warden, Vught en Almelo,  
- Hannah "Hannie" (1918-2002). Hannie was in de oorlog betrokken bij het studentenverzet in Rotterdam en was een zgn. gijzelaar in Haaren en heeft ook in de dodencel in Scheveningen gezeten. Ze trouwde kort na haar vrijlating in augustus 1944 in Moergestel (Huize Zonnewende) met Gijsbert Leonard van den Bergh (1916-2003) bij wie ze drie kinderen kreeg. Na een scheiding trouwde ze in 1959 met Willem Droogleever Fortuyn (1913-2000).
-  Lennie (1919-1935), overleed tijdens een gezinsvakantie in Oostenrijk aan hersenvliesontsteking. Dit had een enorme impact op het gezin.
- Tenslotte werd in 1920 David "Davy" geboren te Rotterdam.

In 1930 verhuisde de familie naar een prachtige villa op de Vijverlaan 15 in het zuiden van Rotterdam. Het huis had een grote tuin en voor de kinderen de mogelijkheid om heerlijk buiten te kunnen spelen.

Na het behalen in 1940 van zijn HBS-B diploma op het Kennemer Lyceum in Overveen ging hij naar de Techische Hogeschool in Delft. Hier moesten alle studenten in februari 1943 van de Duitsers een zgn. loyaliteitsverklaring tekenen. Degenen die niet getekend hadden, moesten zich melden voor tewerkstelling in Duitsland. Zo'n 900  studenten gaven gevolg aan de oproep. De rest dook onder.
Davy verhuisde naar zijn zus Hannah in Moergestel. Hier kreeg hij werk als bedrijfscontroleur in de textielfabriek AaBe in Tilburg, bij zijn toekomstige zwager Gijs van den Berg. Maar uit angst om bij een razzia gepakt te worden, besloot hij onder te duiken in diezelfde fabriek.

In het najaar van 1944 naderden de geallieerden steeds dichter de stad Tilburg. De stad werd op 14 oktober omsingeld door de Prinses Irene Brigade en een Schotse divisie.

Op 11 november 1944 was voor Davy het moment om zich als oorlogsvrijwilliger (OVW-er) aan te sluiten bij de Prinses Irene Brigade. Na een screening en een korte opleiding wordt hij als motorordonnans ingedeeld bij gevechtsgroep 1 No.6058. In november 1944 bevond Davy zich met een deel van de Irene Brigade voor bewakingsdoeleinden bij een bunkercomplex van de Atlantikwall (Fort Mammoet) nabij Domburg in Zeeland. Op 9 maart besloot hij met drie van zijn kameraden in Domburg te gaan stappen.


Uit het dagboek van G. van Dam:

'Op zekere dag was ik op een van mijn zwerftochten langer weggebleven dan ik van plan was om toch nog op tijd terug te zijn voor mijn wachtbeurt moest ik een kortere weg van Domburg naar Fort Mammoet zien te vinden. Ik wist dat er langs het duin een pad liep dat veel korter was dan de gebruikelijke route. Terwijl ik op dat pad toeliep zag ik dat er een Spaanse ruiter voor was geplaatst die de weg versperde. Daar er geen waarschuwingsbord bij stond schoof ik de ruiter opzij, liep het pad op en zette de ruiter weer terug op zijn plaats. Nadat ik een eindje het pad was opgelopen viel het mij op dat er aan weerszijden Duitse Tellerminen verspreid lagen. Op het pad zelf was niets te zien. Toch vertrouwde ik het niet helemaal en uit voorzorg ging ik aan de rand van het pad lopen. Ik kwam vroeg genoeg bij de bunker om de Bruin op tijd te kunnen aflossen.
De avond daarop, het was 9 Maart 1945, kwamen drie man van de Ie gevechtsgroep op één motorfiets uit Domburg. Het waren Burger, Stenfert-Kroese en Vermeulen en op goed geluk sloegen zij het pad in dat ik de vorige dag had gevolgd. Halverwege reden ze op een Tellermine die in het midden van het pad op de grond lag. Alle drie waren ze op slag dood. Bij onderzoek bleek dat het hele pad met antitankmijnen was bezaaid. Dit soort mijnen is op een bepaalde druk afgesteld en een voetganger kon er meestal zonder risico op stappen.'

Op 9 maart 1945  werd Davy met zijn twee omgekomen kameraden met militaire eer begraven op het noodkerkhof te Oostkapelle.

Op 20 april 1945, het westen van Nederland zucht nog onder de bezetting, schreef de moeder van David een briefje aan een vriendin: "We hebben bericht gekregen van Davy. Het mag niet bekend worden, praat er dus verder niet over! Hij is al de gehele winter in actieve dienst als motorrijder bij de 'Brigade Irene'. Hij was de eerste uit de buurt die wegging. Je begrijpt, dat we razend trots op hem zijn en toch ook wel erg in spanning zitten, enfin je kent de combinatie!" Zij weet op dat moment nog niet dat haar zoon Davy inmiddels is gesneuveld.

Davy woonde in Moergestel bij zijn zuster Hannah, vandaar dat in 1946 daar ook zijn overlijdensakte is opgetekend.
Davy is in 1975 herbegraven op het Militair Ereveld Grebbeberg te Rhenen.

(Bron: Familie Stenfert Kroese, Kennemer Lyceum Overveen)
Terug naar de inhoud