Rekruten uit Suriname - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Rekruten uit Suriname

Wolverhampton > Detachementen naar Suriname
Een apart geval vormde Suriname: Er meldden zich in de zomer van 1941 te Paramaribo 400 meest creoolse vrijwilligers voor het  Nederlands Legioen. Minister van Binnenlandse Zaken H.van Boeyen weigerde deze creoolse vrijwilligers echter, vermoedelijk vanwege de vrees dat zij als gekleurden aanstoot zouden geven aan de blanke, en racistisch denkende,  dienstplichtigen en vrijwilligers uit Zuid-Afrika. Ook premier Gerbrandy liet zich, tijdens de ministerraad van 1 juli 1941, nogal laatdunkend uit over deze creolen: ‘geen nikkertjes in de  Irenebrigade.’ Desondanks werden er toch 15 Surinamers opgenomen in de Brigade. Ze kregen hun eerste opleiding in het verzamelkamp Stratford in Canada.

Bij diegenen van de Prinses Irene Brigade die in augustus 1944 in Normandië aan land werden gezet, waren ook enige Surinamers, onderwie Willy Wooter, Henri van Helvert en Leo Alvares(z). Ze zaten in een paracommandogroep, die was ingedeeld bij de artillerie en pantserwagens. Korporaal Leo Alvarez werd bij gevechten nabij Oirschot, staande in de toren van zijn pantserwagen, door een granaatscherf dodelijk getroffen in zijn hoofd. Van Helvert werd bij gevechten nabij Hedel zwaar gewond en verloor daarbij een been. Hij is wel onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Wooter kreeg bij diezelfde gevechten een schampschot in zijn nek.

Willy Wooter

Pas in de laatste oorlogsjaren werden honderden Surinaamse vrijwilligers ingedeeld bij troepen die tegen de Japanners vochten in Nederlands Indië.
Een van de opmerkelijkste bijdragen was de inzamelingsactie voor de aanschaf van een Spitfire. De Surinaamse bevolking bracht meteen aan het begin van de oorlog 38.000 gulden  bijeen, destijds een enorm bedrag, om een vliegtuig te kopen dat zou moeten meevechten voor de bevrijding van Nederland. Dat was voor zo'n kleine bevolking een groot offer. Zeker als je bedenkt dat arme mensen, die geen financiële  bijdrage konden leveren, hun aluminium pannen en potten omsmolten. De Surinamers waren geschokt door de  bezetting van Nederland. Ze voelden die als een inbreuk op hun eigen eer. Ze voelden zich verplicht Nederland en het koningshuis te verdedigen.
In september 1944 vertrokken ook enkele vrouwen uit de Nederlandse Antillen en Suriname naar Engeland. Ze hadden dienst genomen in het Vrijwillig Vrouwen  Hulpkorps, dat vanuit Engeland hulp zou gaan bieden aan bevrijd België en Nederland.

De webmaster van deze site en de conservator van de Stichting Brigade en Garde beschikken niet over namenlijsten van Surinamers die bij deze Brigade hebben gediend, om de eenvoudige reden dat ze niet als zodanig apart werden geregistreerd. U kunt hiervoor wel  terecht bij Bureau Registratie- en Informatie Ontslagen Personeel KL in Kerkrade (meer dan 2500 records). U dient dan de gehele personeelslijst te lichten, naam voor naam en op deze wijze de geboorteplaats registreren.
Terug naar de inhoud