Marechaussee - Prinses Irene Brigade

Ga naar de inhoud

Marechaussee

Congleton
Ranton House met links achter de Abbey (Bron Van de Haak)

Op 30 december 1940 werd de Compagnie Mobiele Marechaussee, die op 24 september was opgericht, verplaatst van Congleton naar Haughton, 8 km ten zuidwesten van Stafford. Ze werden daar gelegerd in kasteel Ranton Abbey, dat eigendom was van Lord Lichfield. Het grote gebouw beschikte over 40 kamers en had een eigen elektriciteitsvoorziening, die was gehuisvest in de nabijgelegen toren. Daar het niet was te zien vanaf de grote weg, werd er een bord bij het begin van de oprijlaan geplaatst met het opschrift "To Marechaussee".



De achterzijde van Ranton Abbey (Bron Van de Haak)


De binnenplaats en de vijver (Bron Van de Haak)


Matthijs van Gorp in zijn gevechtswagen, met op de achtergrond Ranton Abbey. (Bron: Adriaan en Co van Gorp)

Op 2 januari 1941 kwamen ook 16 gepantserde voertuigen aan. Er is naar een oplossing gezocht om de marechaussees zo goed mogelijk in te zetten. Compagniecommandant Kpt. Kist hield van veldoefeningen. Er waren regelmatig zware meerdaagse oefeningen, meestal samen met de Home Guard.

Namenlijst Mobiele Marechaussees

In hun vrije tijd zochten de marechaussees vaak vertier in het nabij gelegen Stafford. Populaire uitgaansgelegenheden waren dan:
Borough Hall, Bear Inn en Wagon & Horses


Rechts Daan van de Velde

Tussen alle oefeningen door was er in het dagelijks leven ook wel eens plaats voor een excursie. In maart 1941 bezocht het pantsereskadron de Wedgewood-fabrieken in Barlaston, ten noorden van Stafford.

 
Eind 1940 besloot de regering tot de vorming van een Brigade(regiment). Het kreeg de naam Koninklijke Nederlandsche Brigade en werd op 11 januari 1941 opgericht. Zowel de Koningin als Prins Bernhard gaven aan dat  zij zich konden vinden in het woord "Koninklijke", maar voor een verdere toevoeging van een Koninklijke naam zou de Brigade eerst nog een betere geoefendheid moeten  laten zien.
Voorlopig bestond het uit een staf en twee bataljons volgens de Britse organisatie.  Het 1e Bataljon, o.l.v. Majoor Doorman, werd gevormd uit het bestaande 1e Bataljon, het 2e Bataljon, o.l.v.Majoor De Broeckert, uit het Depotbataljon en de Compagnie Mobiele Marechaussees. Deze Compagnie zou per  1 januari in het bataljonsverband treden. Het lag toentertijd nog in de  bedoeling een complete Brigade volgens Britse organisatie en een Pantserverkenningsafdeling te vormen. Het  eskadron pantserwagens in Ranton Abbey vormde hiervan de kern. Dit werd eind januari opgericht. Een groot  deel van de Compagnie mobiele Marechaussees werd erbij ingedeeld. In eerste instantie o.l.v. Kapitein Kist, daarna door kolonel Phaff, de latere commandant van de Brigade.


Verlofpasje Kpl. Van de Velde uit Ranton ("Rantan"?)Abbey
Sgt. H. Knol in servicedress voor onderofficieren

Op 6 maart verliet bijna de gehele compagnie Mobiel Marechaussee Ranton Abbey voor een tweedaagse oefening. Enkelen bleven achter voor wachtdiensten.
 
 
Bron: archief Pamela Kuntz-Bosch

In diezelfde nacht van 6 op 7 maart 1941 werd Ranton Abbey, waarschijnlijk door een vlam gevatte houten balk die door een schoorsteen liep, door brand verwoest. Het vuur greep razendsnel om zich heen. De kamermuren waren van hout en riet bijeengehouden door een kalklaag. Twee mannen lieten zich vanaf de bovenste etage langs aan elkaar geknoopte lakens zakken. Eén slipte en viel van een hoogte van 8 meter naar beneden en raakte zwaar gewond en lag vijf maanden in het ziekenhuis. Nog voor de brandweer uit Stafford en een waterkanon uit Stoke-on-Trent waren gearriveerd, was al het personeel aan de grote vuurzee ontsnapt. Veel persoonlijke eigendommen van de manschappen gingen verloren.
Een gevolg van deze brand was wel dat de Compagnie Mobiele Marechaussee op 29 maart 1941 werd opgeheven en terugkeerde naar Congleton. Onder deze Marechaussees bevonden zich velen van gevorderde leeftijd. Deze werden voor een groot deel in Londen bij de ministeries te werk gesteld.

Terug naar de inhoud