In en rond de barakken
Wolverhampton > Wrottesley Park

De barakken in aanbouw


Kamertje van pelotonscommandant S. Jol
De legeringsbarakken waren van hout, alleen het gebouw van de brigadecommandant was uit steen opgetrokken. Alle hutten hadden een nummer. Bij binnenkomst in zo'n hut was er een afgescheiden kamertje met één binnendeur. Hier zat de pelotonssergeant, die toezicht hield. Dit kamertje werd verwarmd d.m.v. een klein elektrisch kacheltje. De gloeispiraal hiervan werd echter vaak misbruikt voor het aansteken van sigaretten, wat veel storingen veroorzaakte.
Doordat het middageten rond 17.00 uur plaatsvond, had in de avond iedereen honger. Daarom namen velen overdag enkele sneetjes brood mee. Dit was nl. niet gerantsoeneerd en ongelimiteerd in de kantine verkrijgbaar. 's Avonds werd het brood dan geroosterd voor de kachel. Als prikker fungeerde dan een vork die aan een stokje vast vastgemaakt. Om het helemaal smaakvol te maken werd er dan nog kaas op gesmolten voor een zgn. 'cheese on toast'.

De soldateneetzaal van buiten

De soldateneetzaal van binnen

Een warme hap op de potkachel!

Slaapbarak van binnen

Binnen een van de barakken eind december 1941 vlnr: Teffer, Schreve, Lagendijk, Heuts, Tuininga, Veenstra, (illegible), H. de Vries en een fles jenever op de kachel. Paul Heuts houdt de Montreal pennant vast.
Foto: P.Heuts jr.-Canada
Op de houten britsen lagen stromatrassen. Deze waren meestal bultig en keihard. Elke grote barak beschikte over drie potkachels. In de wintermaanden konden de ruimten hiermee nauwelijks worden verwarmd.

Even een kijkje in de binnenzijde van een barak

Peter Meuwissen en E. Koldewey starten de dag in juli 1941

Onderhoud pantserwagens

Nieuwe manschappen marcheren over het terrein

'We gingen zelf aan het werk om alles te verfraaien. We gaven de straten Nederlandse namen., zoals de Kerkstraat.'

S. Jol bovenop scoutcar febrauri 1942
Sfeer in het kamp
In a local Newspaper:
DUTCH HOSPITALITY — On the night of May 13th I attended a dance at Albrighton. The dance finished at midnight, therefore I lost all means of getting back to Coven, a distance of not less than 14 miles. However I started to hitch-hike. After thumbing in vain to 3 civilian cars and after walking four miles, I was picked up by an R.A.F. officer. He was only going to Wrottesley, but I appreciated that small mercy. I was very tired, and, the time now being about 1.30 a.m.' I made up my mind to go to the Dutch camp, which was quite near. After being challenged by the guard, I gave him my identity card and pass to check. I was given a bed, and the kindness which was shown to me and the trouble these boys went to was such that I was obliged to appreciate them. particularly at that time in the morning. I was awakened at 6,30 a.m., was given a breakfast and was given 'the times of the buses. The hospitality shown to me, was such as the English soldier receives in Holland. For the short period I stayed with the Dutch boys, I actually thought I was in Holland.
EX-B.A.O.R.